De principes van een
‘Tiny Forest’
Voedselbossen volgens het ‘Tiny Forest‘-principe zijn goed voor mens en milieu. Goed ontworpen voedselbossen vormen ecosystemen, waarin bomen en struiken elk jaar nieuw hout en bladeren leveren. Zo ontstaat een een gezonde, vruchtbare bodem die geschikt is voor kleinschalige tuinbouw.
Een voedselbos zorgt voor grotere biodiversiteit, betere waterhuishouding en schonere lucht. Bomen vangen CO2 weg uit de lucht en gaan zo opwarming van de aarde tegen.
Een tiny Forest is een compact en snelgroeiend bos, met inheemse bomen en plantensoorten. Het is gebaseerd op een gevestigde methode van bosbeheer die in de jaren ’70 van de vorige eeuw is ontwikkeld door Dr. Akira Miyawaki.
Beplanting, onderhoud, en toezicht gebeurt in nauwe samenwerking met lokale gemeenschappen. De bossen versterken de band tussen mens en natuur, en creëren bewustzijn rond klimaatverandering.
Er wordt data verzameld van milieu en sociale effecten van elk bos. Dat helpt om een goed beeld te krijgen van de voordelen van deze bossen, de ontwikkeling in de loop van de tijd, en ook hoe een bos vergelijkt met andere Tiny Forests.